De deontologische code van de psycholoog

Als erkend psychologe ben ik juridisch gebonden aan een deontologische code (erkenningsnummer: 942125371).
Je kan de code hier in zijn volledigheid nalezen. 

De code is gebaseerd op vijf pijlers:

(Tekst afkomstig van compsy.be)

Voor meer informatie over de wetteksten vermeld in onderstaande tekst en de officiële code, klik hier

  • Het beroepsgeheim (artikels 5 tot 20): de psycholoog die optreedt als noodzakelijke vertrouwenspersoon is gehouden tot het beroepsgeheim beschreven in artikel 458 van het Strafwetboek. Wanneer een wet, decreet of ordonnantie hem toelaat of verplicht om het beroepsgeheim te doorbreken, mag hij enkel spreken binnen de grenzen van deze uitzonderingen. Valt de activiteit van de psycholoog niet tot de categorie van activiteiten die verplichten tot het beroepsgeheim, dan is hij nog steeds gebonden aan een discretieplicht. Naast een uiteenzetting van deze basisprincipes vinden we in dit hoofdstuk nog een aantal toepassingen terug van het beroepsgeheim binnen de beroepspraktijk van de psycholoog. 
  • Eerbiediging van de waardigheid en de rechten van de persoon (artikels 21 tot 24): een psycholoog dient de rechten van zijn cliënt te respecteren, meer bepaald zijn vrijheid, waardigheid, privacy, autonomie en zijn integriteit. Dit gedeelte handelt onder andere over de vrije en geïnformeerde toestemming en over de opvolging van minderjarigen.
  • De verantwoordelijkheid (artikels 25 tot 29): een psycholoog is, ongeacht zijn arbeidsreglement, verantwoordelijk voor de keuzes die hij maakt en de adviezen die hij verstrekt. Dit hoofdstuk spreekt onder andere over zijn middelenverbintenis, zijn verplichting om een verzekering af te sluiten en de continuïteit van zijn diensten.
  • De competentie (artikel 30 tot 34): een psycholoog dient zijn deskundigheid in stand te houden en verder te ontwikkelen. Wanneer hij op de grenzen van zijn kunnen stoot, moet hij hierover kritisch reflecteren. Dit gedeelte handelt onder meer over de noodzaak om tijdig te evalueren en om door te verwijzen indien nodig.
  • Integriteit en eerlijkheid (artikels 35 en 51): als beroepsbeoefenaar neemt een psycholoog een onafhankelijke positie in. Hij mag echter binnen zijn beroepsuitoefening zijn persoonlijke belangen niet bevorderen. Dit principe legt onder andere winstbejag, rolvermenging en publiciteit door psychologen aan banden. Dit hoofdstuk biedt ook meer informatie omtrent de informatieverstrekking en de plicht om collega’s aan te spreken op ethische fouten.